Elk dier krijgt vroeg of laat wel eens te maken met endoparasieten, vooral in hun jeugdjaren. Niet elke endoparasiet is een worm, zo heb je tegenwoordig ook veel Giardia-infestaties (dit is een parasiet maar geen worm, het is een ééncellige parasiet) De parasitaire wormen die we in ons land aantreffen zijn nauwelijks tot maar matig ziekteverwekkend, tenzij bij massale besmettingen en bij jonge dieren. Ontworming moet een standaardbehandeling zijn voor elk dier. Dieren die vaak buiten vertoeven en af en toe wel eens 'iets' oppeuzelen dragen een groter risico. Ook vlooien kunnen bepaalde wormen overdragen. Zelfs huishondjes kunnen besmet worden door vuil dat er aan onze kledij en schoenen hangt.
Waarom wormen bestrijden:
Milde tot matige infestaties kunnen de oorzaak zijn van een vervelende diarree of wat plattere mest.
Hygiëne en volksgezondheid: ook kinderen kunnen besmet worden door bepaalde wormen die bij dieren voorkomen. In het ergste geval kan dit leiden tot het larva migrans syndroom waarbij wormlarven door het lichaam migreren maar hun weg verliezen in deze vreemde omgeving en bvb. in de oogbol terecht komen met alle gevolgen van dien.
Wormen gaan verspilzuchtig om met hun voedsel dat bestaat uit bloed, weefsel of darminhoud van de gastheer. De wormen eten als het ware de lekkere brokjes van je hond op, hierdoor gaan groeiprestaties en algemene conditie achteruit. . Bovendien wordt de weg vrijgemaakt voor eventuele andere boosaardige ziektekiemen.
Sommige wormen zijn ongelooflijk vervelend voor hun gastheer omwille van de jeuk.
De gevolgen voor heel jonge dieren kunnen zwaarder zijn, zelfs lethaal.
De cyclus is voor elke parasiet verschillend. Bij de voor ons belangrijke soorten gaat deze meestal van een ei dat al of niet opgenomen wordt door een tussengastheer (bv. een vlo) waarin zich larven ontwikkelen die dan op hun beurt opgenomen worden door de eindgastheer waarin de volwassen wormen tot ontwikkeling komen. Deze produceren opnieuw eieren die met de stoelgang uitgescheiden worden.
Wormen worden ingedeeld in drie grote groepen:
Lintwormen (Cestoden), hebben een plat lichaam opgedeeld in stukjes. Deze stukjes zijn gevuld met eieren, kruipen uit eigen beweging uit de anus en zijn met het blote oog zichtbaar.
Rondwormen (Nematoden), de grootste en meest frequent aangetroffen groep, hebben een rond lichaam aan de uiteinden spits toelopend. Hiertoe behoren de spoelwormen, zweepwormen, en haakwormen.
Platwormen(Plathelminthen), in onze streken bij huisdieren geen belangrijke vertegenwoordigers, wel bij herkauwers.
Een milde tot matige worminfestatie beperkt zich meestal tot één of meerdere van volgende klachten:
diarree (soms met bloed)
braken
dik buikje, zg. 'wormbuikje', bij jonge dieren
in de flanken bijten
doffe vacht
huiduitslag bij pups
groeiachterstand, zwakte, vermagering
met het achterste over de grond schuiven
'rijstkorrels' thv de anus
Wanneer diarree en braken lang aanhoudt bestaat er gevaar voor uitdroging en ondervoeding en mogelijk sterfte.
Ontwormingsprodukten bestaan onder de vorm van pillen, pasta'sen zelfs druppeltjes voor in de nek. Welk produkt er moet gebruikt worden hangt van de leeftijd, van de leefomstandigheden en het gemak van de eigenaar af. Het Helpt niet als de eigenaar 4 tabletten mee neemt en thuis tot de conclusie komt dat zijn hond geen tabletten inslikt. Ze worden over het algemeen goed verdragen en zijn veilig. Niet alle produkten dekken het volledig spectrum, vooral lintwormen vereisen nogal eens een aangepaste behandeling. Het is ook belangrijk dat regelmatig gewisselt wordt van soort ontworming, zodat de er geen resistentie optreedt.
Wanneer je moet ontwormen hangt af van een aantal factoren. Afhankelijk van het gebruikte produkt is het niet altijd nodig of nuttig om ze strikt op te volgen. Ook met het infectierisico moet rekening gehouden worden. Volg in elk geval steeds de specifieke aanwijzingen van de dierenarts.
ontwormingskuur best starten vóór vaccinatie
pups bij de fokker op week 2, 4, 6 en 8
daarna maandelijks tot 6 maanden oud
volwassen dieren die binnen blijven: 2 maal per jaar
wolwassen dieren die vaak buiten komen (wandelen, tuin): 3 keer per jaar
volwassen dieren die naar hondenscholen, tentoonstellingen, pensions gaan: 4 keer per jaar
altijd na een positief faecesonderzoek
fokdieren
1x vlak vóór de paring
1x 2w vóór de bevalling
tijdens het zogen gelijktijdig met jongen (specifiek produkt)
Copyright 2017 - 't Alkenhof, O. L. Vrouwstraat 61, 3570 Alken - 011/59.29.30